maandag 16 april 2012

Het paasbuffet

‘Is dit de trein naar Utrecht?” Twee dames van rond de vijftig stappen tegelijk met mij in.
Ze dragen beiden halfhoge suède laarsjes en hebben dezelfde blonde coupe.
Het zouden best eens zussen kunnen zijn. Zussen of nichten of misschien toch gewoon vriendinnen. Ik noem ze voor het gemak Trudy en Mary.

Mary is duidelijk de meest praatgrage van de twee. Zodra haar billen het gifgroene NS bankje aantikken, begint ze te ratelen.
Ik kan haar letterlijk verstaan.
Zo weet ik al ruim voor de eerste stop, Almere Oostvaarders, dat ze voor de tweede keer oma is geworden. “ De baby is zo pienter dat hij zich met vier maanden al probeert om te draaien,” zegt ze trots.
Haar oudste kleinkind, eveneens een jongen, is een behoorlijke lastpak. Dit is vooral te wijten aan het gedrag van haar schoondochter die, volgens Mary, niet streng genoeg is.
Als hij bij haar is, is er niks aan de hand!”
Trudy knikt en humt een paar keer, terwijl Mary onvermoeibaar doorpraat.

Voor haar andere schoondochter, inmiddels bijna ex- schoondochter, heeft ze helemaal geen goed woord over.
Sinds zij haar zoon heeft verlaten, heeft hij enkel financiële problemen. Er is zelfs mediation aan te pas gekomen. Bij het uitspreken van het woord “mediation” beginnen haar ogen te glimmen. Ze kijkt triomfantelijk mijn kant op.
Heb ik wel gehoord dat zij zojuist een wel heel gewichtig woord in de mond heeft genomen!

 “Vanzelfsprekend springen we wel bij,” vervolgt Mary vroom. “ Maar ik heb nu eenmaal geen leggende gelden.
Ze zucht: “ Mijn CV ketel is stuk en de lekkage aan de schuifpui moet ook nog steeds verholpen worden.”
Trudy knikt instemmend; er is geen speld tussen te krijgen.

“ We bereiken over enkele minuten Almere Centraal” Zo galmt het door de wagons.
Mary zit te wiebelen op haar stoel. Nu de conducteur praat, moet zij haar mond houden. Dat valt haar zwaar.
Ik duik in mijn boek.

Plots klapt Mary enthousiast in haar handen, ze verheft ze haar stem.
“ Meid, ik heb je nog helemaal niet verteld wat wij met Pasen gaan doen,”jubelt ze.
Ik spits mijn oren.
“ Wij gaan met zijn zevenen eten bij Van der Valk in Harderwijk.”
 “Inclusief drank voor maar vijfenvijftig euro per persoon, echt geen geld!”
“ Nee, echt geen geld,” papegaait  haar zus/ nicht/ vriendin haar na.”

Terwijl Mary en Trudy samen verder bakkeleien over de komende paasdagen maak ik een snelle rekensom.
Het paasbuffet kost Mary bijna vierhonderd euro!
Voor dat geld zou ze mooi haar CV ketel en schuifpui kunnen laten repareren en wie weet schiet er dan ook nog wat over voor haar zoon in nood. Maar dat wil Mary vast niet horen.
Grinnikend loop ik het treinstel uit: Vrolijk Pasen!